Er staat al enige dagen een harde oosten wind. Als dit de passaat is dan blaast hij stevig door! De zee is wild, grote brekende golven lopen ons aan bakboord en stuurboord voorbij. Zo nu en dan vindt eentje het nodig wat water in de gangboorden te storten. Eergisteren, vroeg in de ochtend, cirkelde er twee witte reigers rond de boot. Na wat kunst en vooral vliegwerk zag de eerste kans op het achterdek te landen. Hierna kon nummer twee niet achterblijven en na tot twee maal toe rakelings lans de sneldraaiende windmolen te zijn gevlogen knalde ook deze op het achterdek. Van de eerste schrik bekomen gingen de fraaie vogels, slim wat uit de wind, grappig mee zitten deinen met de bewegingen van het schip. Twee misschien wat vermoeide maar verder gezonde vogels. Met hun darmkanaal was in ieder niets mis. Een schijtleister zou er jaloers op kunnen worden. Vervolgens hebben ze het dek van voor tot achter verkend en hun sporen achtergelaten. ’s Nachts kwamen ze gezellig in de kuip zit
ten en hebben hierbij een grens overschreden toen ze zich met de navigatie begonnen te bemoeien. De schipper van wacht heeft ze vervolgens dringend gevraagd weer plaats te willen nemen op het achterdek. Voor de vliegende vissen, die in het donker een inschattingsfout maken en aan dek belanden, hadden onze opstappers een gezonde belangstelling. Na zo’n 400Mijl meegevaren te hebben zijn ze vandaag helemaal uitgerust weer opgestegen en hebben ze hun reis vervolgd. We zijn weer met z’n tweetjes aan boord als we de ontspoorde vliegende vissen in de gangboorden niet meerekenen.