Wij varen met de Novatrix bij voorkeur alles onder zeil. Van anker op tot anker neer. Een mooring oppikken op zeil vinden wij leuk. Natuurlijk moet dit wel verantwoord kunnen. Bijvoorbeeld het anker vasttrekken op de motor geeft wat meer zekerheid en manoeuvreren onder zeil op drukke ankerplaatsen geeft misschien wat veel stress, met name dan op de andere schepen. In het vlakke Nederland is de wind redelijk voorspelbaar, een rij bomen of een dijk misschien een taluud bij een brug kunnen de wind wat verstoren. Varen tussen eilanden met forse bergen is different cake.
Hier hebben we te maken met enorme windrichting en windkracht variatie’s. Verklaarbaar allemaal maar wel goed opletten. Tussen de eilanden kan de wind door het Venturi effect makkelijk in kracht verdubbelen of verdrievoudigen. Dit is een lokaal verschijnsel (zogenaamde acceleratie zones) waar je over een afstand van 200m van zacht kabbelend met in drankje in de hand naar gangboord door het water hangend aan het roer gaat. Ook bij hoge kapen kan de wind plotseling enorm versnellen. Kapen ruim ronden dus. Aan de leizijde van de eilanden is het hollen of stilstaan. Tussen twee bergen door kan er een puist wind staan die tot ver over zee te voelen is. Achter een berg kan de wind uit alle richtingen komen. Het water goed lezen, kijken naar andere zeilende schepen en proberen te beredeneren wat de wind gaat doen en soms toch maar wat afstand houden van die mooie kust. Wat in ieder gevalt helpt tegen een mooi lopend windje is de genaker aan dek halen. Succes verzekerd, de wind draai
t gegarandeerd, tot 180 graden toe.